lovely up’fall
fools we are
fortunately
stepping into’gether
luckily
it’s our flow
happily
……
we live hands
we live lives
lively loving
up’fall
fools we are
fortunately
stepping into’gether
luckily
it’s our flow
happily
……
we live hands
we live lives
lively loving
up’fall
José Ortega y Gasset schreef zijn boek De Opstand der Horden eind twintiger jaren van de vorige eeuw. Hij beschrijft het verval van de moraal in Europa: het is niet dat de massamens een verouderde moraal verwerpt voor een nieuwe, het is zijn verlangen te leven zonder enige zedenleer, zich aan niets buiten hemzelf te onderwerpen. De kenmerken van dit soort mensen zijn het ontberen van ontvankelijkheid, warsheid van geestesbeschaving en opstandigheid.
Bart Jan Spruyt, voorzitter Edmund Burke Stichting, gebruikt de opvattingen van Ortega in de zaterdageditie van de Volkskrant (30 mei) om zijn boodschap aan de huidige massamens te staven: zoek bij het uiten van je mening de waarheid, niet een gewiekste overwinning in het debat. Het voertuig van deze kakofonie is volgens Spruyt de sociale media, waar iedereen vrij is in een moment van emotionele opwelling zijn mening te spuien, en dan vooral snel, kort en weinig tot niet doordacht.
In 1981 heb ik de 8e druk uit 1948 gelezen. De Nozems, Provo’s en Hippies zouden voor Ortega evengoed aanleiding geweest kunnen zijn voor het optekenen van zijn relaas. Ortega had de in groten getale opkomende ‘gewone man’ in het vizier, die van de vrije ontplooiing van zijn begeerten en driften, met zijn ingeboren ondankbaarheid over al hetgeen zijn bestaan zo had vergemakkelijkt. Spruyt richt zich tot de kwetteraars uit het publieke discours social media, met een bedenkelijke moraliteit en ongewisse waarheid.
Hegel had het over de ‘opdringende horden’, Comte over een ‘catastrofe zodra de geestelijke macht ontbreekt’ en Nietzsche zag de ‘hoogtij van het nihilisme’ komen. De Opstand der Horden is van alle tijden schijnbaar.
Recenter stelt Foucault dat taal het zelfbewustzijn constitueert en Lyotard gaat nog een stap verder door te stellen dat een taalzin zich kenmerkt doordat deze bij andere taalzinnen kan aanhaken. Taal als machtsmedium. In gebruik bij de massa. Bepalende ingrediënten van social media.
Het stigmatiseren van social media door expliciet te wijzen op tekortkomingen, ongewis de waarheid daarvan(!), gaat voorbij aan de diversiteit van de gebruikers. Dat zijn de veronderstelde ‘Horden’, evenzogoed de mogelijke ‘intellectuelen’, en nog een grote variëteit daartussen. Zin en onzin ontspruit uit alle gelederen.